Een Joodsch hart klopt aan uw deur. Met die woorden begon in 1910 een grootschalige inzamelingsactie voor de oprichting van een verpleeghuis in Amsterdam. In de jaren dertig kende ‘gansch Nederland’ de loterijen, kalenders, krantenadvertenties en radiopraatjes van De Joodsche Invalide. Nog voordat men enig besef had van termen als ‘pr’ en ‘crowdfunding’, paste De Joodsche Invalide die technieken al met verve toe.
Met resultaat: vele mensen gaven gul en de instelling kon groeien en floreren dankzij deze liefdadigheidsgelden – en dat in een tijd van toenemende oorlogsdreiging en antisemitisme. Alleen al vanwege die bijzondere prestatie verdient De Joodsche Invalide alle eer. Daarnaast is dit verpleeghuis van historisch belang, omdat men er moderne en unieke verpleegideeën op na hield waarmee De Joodsche Invalide zijn tijd ver vooruit was.
Hannah van den Ende neemt de lezer mee in de vooroorlogse geschiedenis van Joods Amsterdam en beschrijft de groei, bloei en teloorgang van dit inspirerende verpleeghuis.
Met foto’s uit het familiearchief van Wiet Gans, erfgenaam van De Joodsche Invalide.
Hannah van den Ende studeerde geneeskunde en geschiedenis. Ze deed als promovendus aan de Universiteit Maastricht onderzoek naar Joodse artsen in de Tweede Wereldoorlog. Bij Boom verscheen eerder van haar hand ‘Vergeet niet dat je arts bent’ (2014).
Fragment op Historiek: De ontruiming van De Joodsche Invalide (1943)
‘Amsterdams verpleeghuis De Joodsche Invalide was als een groot, warm gezin.’ – Het Parool