Geslaagd groepsportret van de ‘enerverende’ familie Van Gasteren ★★★★☆
Zoals bekend is de omvang van een biografie maar zelden maatgevend voor de kwaliteit van het gebodene. De ruim 600 pagina’s waarmee historicus Jan Willem Regenhardt de in 2016 overleden filmmaker Louis van Gasteren bedeelt, wekken de vrees dat de auteur is bezweken voor de hang naar volledigheid, of bevangen is geraakt door idolatrie voor zijn hoofdfiguur. Maar het een noch het ander is het geval, stelt de lezer na de eerste hoofdstukken opgelucht vast.
De omvang van de biografie wordt niet alleen gerechtvaardigd door de levenswandel van Van Gasteren zelf, maar ook door die van zijn familieleden: vader Louis, een acteur van de oude stempel met een stem ‘die een octaaf dieper was dan zijn eigenlijke stem’. Moeder Lies, die zich als communist bekommerde om het heil van de geknechte mensheid en die – aldus Regenhardt – dus ‘weinig op had met l’art pour l’art of met navelstarende kunstenaars’. En zijn oudere zus, Josephine, die als actrice, reizende reporter voor damesbladen en ongedurige wederhelft van meerdere mannen een scandaleus en enigszins gevaarlijk leven leidde.
‘Ik was een kind van Koning Lear en ik was het kind van de vuilnisman uit Pygmalion’, zei Van Gasteren junior. ‘Mijn opvoeding bestond dan ook uit toneelteksten.’ ‘Ze kenden geen scheiding tussen leven en toneel’, schreef Annie Romein over de Van Gasterens – haar ‘enerverende buren’. ‘Ze speelden alles, en in een zwaar aangezette vorm.’